Michael, ik had je zo graag nog eens ontmoet
in een kroeg of buiten op een terras
om te praten – ja waarover?
Ik vermoed over het halve woord waar jij
en ik genoeg aan hadden
Maar ik las dat je al was vertrokken
voor ik die nieuwe afspraak kon maken
Ik ben hier nog, alleen met onze vriendschap
in wording en alles wat ik doe en schrijf
wordt al een week overschaduwd
door je vertrek
Waar spraken we over, waar gingen
onze zinnen naartoe – zonder de taal
lief te hebben krijg je niets op papier
ja, dat betekende ons halve woord
We zullen elkaar dus nooit meer ontmoeten
Ik ben hier nog, alleen met onze vriendschap
in wording en met het beeld van je gezicht
die ietwat verlegen maar wakkere blik
met daaronder die gevoelige grijns
Daar zit ik dan tussen twee zomerregens
op een Zwols terras te schrijven, te strepen
in wat ik je nog wilde zeggen, aarzelend
tussen vaarwel en het ga je goed
Tot een volgende wolkbreuk
mij naar binnen jaagt
PG