Voor mijn veel te jong overleden vriend en oud-leerling Joep Graler (43) kon ik na de uitstrooiing van zijn as niet anders dan het onderstaande gedicht voorlezen. Joep was een gepassioneerde wijnbouwer die in de Pyreneeën zijn eigen paradijs had verwezenlijkt.
Vandaar.
WIJN
Voor Joep
Diep in de aarde moet het zijn begonnen:
een kracht die op een dag de zon opzocht,
geboren, zoals alles, uit een vruchtbaar vocht,
waarmee de strijd om leven was gewonnen.
Je proeft wat in de bodem was verborgen.
Je proeft het zachte duister in je mond,
de smaak van een vergeten zomeravond
of van een helder beekje in de morgen.
Ik was deze zomer op een wijnkasteel te gast
en werd betoverd door de ziel onder de kurk;
in de vallei lagen de gaarden als een jurk
die alleen je allergrootste liefde past.
Ik ging erheen en trof er weelderige trossen
die daar glanzend hingen aan hun stokken.
Ik had mij een paradijs in laten lokken
dat mij van al mijn vragen zou verlossen.
Want ineens begreep ik hoe het was begonnen,
hoe gulzig het naar zonlicht had gezocht,
hoe er toen een vrucht geboren werd vol vocht,
waarna de wijn kwam, en heeft overwonnen!
PG