Mijn roman De jacht op de klaproos (2015) komt voort uit de tragische geschiedenis die zich in het najaar van 2013 voltrok in Tuitjenhorn, Noord-Holland. Zomer 2013 gaf een huisarts daar een patiënt morfine teneinde diens benauwdheid te verdrijven. De patiënt sterft, en de bij de ingreep aanwezige coassistente stelt het in haar ogen foutieve handelen van de arts aan de kaak bij haar begeleiders van het AMC. Zij maken de zaak aanhangig, waarna een politie-inval bij de huisarts volgt. Van een toegewijde, geliefde huisarts is hij ineens verdachte geworden. Wanneer hij kort daarop het bericht ontvangt dat hij zijn beroep niet meer mag uitoefenen, maakt hij een einde aan zijn leven.
De zaak kwam kort voor het verschijnen van mijn boek weer in het nieuws door het meermalen uitgestelde verschijnen van het calamiteitenrapport van de IGZ en het evaluatierapport van de ‘onafhankelijke’ commissie Bleichrodt. Van enig mededogen jegens wijlen de vervolgde huisarts is daarin geen sprake; er worden alleen vele handen in onschuld gewassen en de co-assistente wordt geprezen voor haar actie bij het AMC, tot en met een schouderklopje van minister Edith Schippers…
De machteloosheid van een individu dat door een onaanspreekbare moloch tot het uiterste wordt gedreven, is een mij uit het hart gegrepen thema. Ik verdiepte mij in de zaak en maakte er deze roman van. Het is het universele drama van een man die zich overeind moet zien te houden te midden van een groeiende ambtelijke en maatschappelijke vijandigheid. In het nu volgende fragment wordt het (dis)functioneren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg aan de kaak gesteld.
Collega Zwiers brieste het uit toen ik hem voor overleg aan de lijn had. ‘God man, waarom heb je mij er niet bij gehaald toen met Langedijk? Ik had je graag geholpen!’ ‘Heb ik wel aan gedacht. Maar het was al laat en ik moest echt acuut ingrijpen.’ Ik hoorde hem zwaar ademen om de gemiste kans, alles wat nu niet meer terug te draaien viel. In mijn onmacht deed zijn woede mij goed: ik stond er niet alleen voor. Hij beloofde voor mij te getuigen, mocht dat nodig zijn. En ik moest me vooral niet laten intimideren door de IGZ. Dat was een slappe club, een verkapt politiek gedrocht dat aan de leiband liep van de Tweede Kamer en de minister, amateurs en mindere goden, tweederangs medici met een kantoorbaan die voor een ambtenarensalarisje collega’s naar de gallemiezen hielpen. Op het moment dat hij en ik op vrijdagmiddag halfzes nog moesten buffelen, zaten zij al meer dan een uur aan de witte wijn, als ze hun weekend tenminste niet allang begonnen waren met een papadag! Nu hadden ze zich, verdomme, weer voor het karretje laten spannen van het AMC. Het vervelende was dat ze zo wel je carrière konden breken, dat was hun specialiteit. Dan werd de inspecteur grootinquisiteur en jij groot wild, zeker als ze ook nog gingen likken en klikken bij het OM. ‘Weet je wat je moet doen, Stefan, als die laffe honden niet snel teruggaan naar hun hok? ‘Nou?’ ‘De Nationale Ombudsman erbij halen – dan schijten ze in hun broek!’ ‘Ik zal erover nadenken.’
(PG)
Beste Paul
Vanwege mijn gezondheid kon ik niet aanwezig zijn op de presentatie van
De jacht op de klaproos.Inmiddels gaat het beter met mij.
Bedankt voor de uitnodiging.
Tot ziens!
Jos Denkers
Op Twitter schreef ik:
De evaluatiecommissie #Tuitjenhorn met een jurist aan het roer, is verzand in een rapport over procedures en regeltjes.
Minister Schippers gebood een onderzoek in de zaak “Tromp-Tuitjenhorn”.
Na bijna anderhalf jaar geen onderzoeksresultaat. Berust dit ook op toeval?
prima dat u het boek schrijft.
Dokter tromp heeft het beste gedaan wat hij voor mijn theo kon doen ik ben hem daar zeer dankbaar voor na 27 jaar kanker van allerlei soorten en vele zh bezoeken van het vu en alkmaar uren heb ik bij de chemokuren en bloedtransfusie gezeten.
Beste Paul,
ik kan bijna niet wachten. Gelukkig heb ik andere boeken van jou die ik dan eerst nog kan lezen.
Vriendelijke groet,
Anne.