ALBERT CUYPSTRAAT, ZWOLLE
Na middernacht verlaat ik hier het liefst de boot
en knik heel even naar een leeg en licht hotel,
maar kies dan voor het donker, voor de nevel,
die vergeten straat, een wereld stil en groot.
Wel vaker dwaal ik ’s nachts door deze buurt
op zoek naar een geheim om in te wonen,
kamers vol geliefde schimmen en hun dromen,
niet gehinderd door de slaap die mij ommuurt.
Ben ik hier thuis? En jij? We kunnen dat
niet zeggen, want elk gordijn is dicht
en achter iedere gesloten voordeur ligt
de ochtendkrant te zwijgen op de mat.
Altijd dit raadsel weer. Na het slapen gaan
neem ik de boot, vaar weg en meer hier aan;
de straat slokt mij dan op, en daar sta jij
en vraagt me: achter welke gevel wonen wij?