I
Het is zomer en de rails liggen lusteloos
en leeg in het plaveisel, draden van Ariadne
waarlangs je hier het labyrint inkwam
of uitging, geschiedenis
geschreven in wissels en bochten
dodenlijn naar het oosten
maar levensader later tot achter
de horizon, azuur boven de Amstel
een zwembad, een stad die daar
opnieuw kind was
nog altijd zie ik de wagens in filigraan
erdoorheen gaan, hun metamorfosen
eerst hoekig en blauw, daarna gewelfd
toen stofzuigers gevolgd door
ferryboten op verborgen wielen
over grastapijten naar een diepte van asfalt
en een straat zo nauw als een kamer
vlak voor de wachthuisjes, Märklin
speelgoed van woensdagmiddagen
vervlogen in regen en wind
spooktram ten slotte op het laatste uur
van de dag, eenzaam als de lanen
en pleinen, vlakten en ravijnen waar
hij niet anders kon dan onvergetelijk
zoekraken in het donker
II
Wie de lege rails nog wil zien
kan beter niet wachten, in het asfalt
is het spoor bijna gewist en
nergens meer draden of haltes
alleen roestend ijzer met
bladeren en zand en een
door gras overwoekerd
bospad voor niemand
eindpunt geen eindpunt meer
en ook geen begin – zo niets
is er over van het leven dat hier
door een tram werd geleid
wie nog iets wil horen, een tingel
of kreet op de wissel, zijn kopstem
in die laatste bocht, zal het moeten
doen met groen gefluister
PG
Heel,heel mooi,Jos en Paul!!
Heel mooi gedaan dit. Jos alle complimenten.
Groet,
Ludwin