Kroongetuige Tuitjenhorn

Op 7 april aanstaande dient in de Raad van State het hoger beroep dat Anneke Tromp, weduwe van huisarts Nico Tromp heeft aangetekend tegen het vonnis van de bestuursrechter over de rechtmatigheid van de schorsing door de IGZ van haar man.  Deze was in oktober 2013 – na de onontkoombare en zeer humane levensbeëindiging van een patiënt – door de IGZ en het OM tot zelfmoord gedreven. Hopelijk komt er nu definitief eerherstel voor Nico Tromp.
Een kleine reminder: onderstaand artikel van mijn hand verscheen in het Algemeen Dagblad van 17 oktober 2015.  


ELLY SPAANSEN


of de verzwegen kroongetuige in de affaire-Tuitjenhorn
 

Grove leugens, daarop is het vonnis van de Alkmaarse bestuursrechter in de zaak-Tuitjenhorn  gebaseerd. Dat komt naar voren uit het relaas van Elly Spaansen, de belangrijkste getuige in deze zaak, die tijdens het proces tegen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (2 juli 2015) niet eens gehoord werd. Sterker: de waarheid over haar rol in deze kwestie blijkt geheel verdraaid.  

Deze maand is het twee jaar geleden dat huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn een einde aan zijn leven maakte. Tromp was beschuldigd van moord nadat hij de doodsnood van zijn patiënt Theo Spaansen, in overleg met hem en diens vrouw Elly, had verlicht. De zaak escaleerde door toedoen van een coassistente die bij het AMC was gaan klagen.

Voordat Tromp verrast werd door een nachtelijke politie-inval, was hij niet in de gelegenheid gesteld zijn eigen visie op de dood van Theo Spaansen te geven. De evaluatierapporten van dit jaar pleiten de instanties met een beroep op voorschriften en procedures vrij van hun aandeel in de dood van Tromp en nagelen de huisarts postuum nog eens aan de schandpaal. In die rapporten spelen de ervaringen van Elly Spaansen geen enkele rol. Rondom het proces tegen de inspectie werd bovendien beweerd dat haar man en zij Tromp geen toestemming hadden gegeven voor zijn handelen.

Zijzelf vertelt iets heel anders: ‘Dokter Tromp had in de vakantie Theo na een slokdarmoperatie en bestralingen overgedragen aan een arts in opleiding. Deze kwam wekelijks kijken. Theo’s hart pompte niet goed meer en er zat vocht achter zijn longen. Er volgde opname, met foto’s en longhartfilmpjes. Hij had ook pijn bij zijn liezen. Foto’s lieten uitzaaiingen in de lever zien. Maar Theo was een doorzetter. Hij wilde chemo’s en kreeg ook bloedtransfusies. Op 6 augustus werd hij naar het ziekenhuis gebracht. Daar zat hij te klapwieken. Zijn hart werkte steeds minder goed, net als zijn nieren, en hij had blaasontsteking  Hij was uitgedroogd, kon niet eten, alleen waterijsjes, stukjes watermeloen. Ze gaven hem vocht, maar het was afgelopen. Thuis werden een zuurstofapparaat en een bed  geplaatst. Op 16 augustus zei Theo dat hij dood wou. Hij lag te kermen. Een arts kwam nog. Deze heeft dormicum toegediend. Maar de ochtend daarop bleef Theo kreunen. De thuiszorg belde toen onze huisarts. Tromp was net terug van vakantie en schrok zich kapot. Hij had de coassistente bij zich die hem later zou verraden. Hij vroeg: “Wil je weg?” Theo stak zijn arm op, waarna de dokter morfine en dormicum ging ophalen. Hij kwam terug, gaf de morfine en vroeg: ‘Ook dormicum?’ Ik zei: “Doet u dat maar.” Na tien minuten zat Theo ineens rechtop in bed en stierf.

Drie dagen na de uitvaart belden er twee inspecteurs aan. “Wij twijfelen over de natuurlijke dood van uw man. Mogelijk wordt u vandaag opgehaald voor politieverhoor.” Ik schrok en  vroeg waarom die twijfel er was.  “Dat hoort u wel.” ‘s Middags kwamen een hoofdrechercheur en een dame van de Gezondheidsraad mij halen. Urenlang ben ik verhoord, hoeveel spuiten de dokter had, hoeveel pleisters, of ik het verschil wist tussen euthanasie en palliatieve sedatie. Ik vertelde hoe ziek Theo geweest was, dat hij zonder dokter Tromp langzaam in zijn eigen bloed gestikt zou zijn.

Later zou de IGZ schermen met de euthanasieverklaring van Theo, die we hadden ingetrokken. Maar dat was alleen omdat Theo meer zag in palliatieve sedatie. Dat Tromp hem vermoord heeft, is gelogen.

Goed, ze hielden maar aan. Uiteindelijk zag ik inspecteur Columbo voor me. “Dat hebben jullie al gevraagd,” zei ik en: “Als jullie zo liggen, dan ben je dolblij dat de dokter je helpt.”

Waarop die hoofdrechercheur zei: “U moet zich niet opwinden, u bent maar getuige.”

Ik kwam thuis zonder gegeten te hebben. Eén glas water had ik  gekregen. De volgende dag zou ik weer opgehaald worden om alles te ondertekenen. Ik zei: “Ik heb het ziektepaspoort van Theo mee. Jullie moeten eens kijken bij bestralingen en op de chemoafdeling, dan weet je waar je over praat.” Later zijn die rechercheurs nog twee keer langs geweest. Om te praten over Tromp. “Je mag dus niet blij zijn dat Theo uit zijn lijden is verlost?” zei ik. “Hebben jullie een touw bij je? Dan hang ik mezelf op, dan hebben jullie een zaak!” “Mevrouw toch, hier, een folder voor slachtofferhulp.” “Jullie maken de slachtoffers!” Weer later een brief: voor vragen mocht ik altijd bellen. Daarna nog eentje van het OM: “Geachte mevrouw Spaansen-Louwe, Naar aanleiding van het strafrechtelijke onderzoek, dat in augustus 2013 is aangevangen, naar het overlijden van uw echtgenoot de heer Spaansen, is inmiddels besloten om niet verder te vervolgen, omdat de verdachte is overleden. Indien u prijs stelt op een gesprek kunt u contact met ons opnemen.”

Nu na twee jaar snap ik nog steeds niet dat niemand rekening heeft gehouden met Theo’s ziektegeschiedenis. Ook niet die mevrouw van de Gezondheidsraad, die alle details over Theo gehoord heeft. En dan die bestuursrechter, die vond dat Tromp terecht geschorst was, terwijl Tromp niet eens meer kón werken – vals toch?

Terugblikkend vind ik het misdadig hoe OM en IGZ de familie Tromp en mij behandeld hebben. Als je 27 jaar kanker hebt meegemaakt, vaak bent meegegaan naar ziekenhuizen voor onderzoek of bloedtransfusies, dan mag je toch hopen dat dat ook in een rechtszaak wordt meegenomen. Maar niets, en dat doet pijn. Verder ben ik verbijsterd over alle stilte. De instanties willen er zo min mogelijk woorden aan vuil maken en wassen hun handen in onschuld. Ze hebben nooit meer met mij contact gezocht, laat staan medeleven getoond. Ook van de kant van de media heb ik na 2013 weinig meer gehoord.’

PG

 

Related Images: