Voor het derde achtereenvolgende jaar haalde dichtwerk van mijn hand – uit meer dan 10000 inzendingen – de top 100 van Turings Nationale Gedichtenwedstrijd, en vond zo zijn weg naar de bloemlezing De Toverhazelaar (Uitg. Augustus, 2012). Het gaat om: Spoken van Rembrandt, Kairos en Verborgen kamers. Laatstgenoemd gedicht, dat me heel dierbaar is, staat hieronder afgedrukt.
VERBORGEN KAMERS
Ik hou van pleintjes onder bladerdaken
naamloos en driehoekig uit een straat geknipt
je loopt er zo voorbij, alleen ik niet
altijd schemerig en louter bewoond
door geesten en hun flessen in
een walm van pis en slechte wijn
misschien zijn het wel wormgaten
naar de hel en is dat wat me zo
aantrekt: als toerist op doorreis
in het duister en dan gauw terug naar huis
met toch onveranderlijk een diep verlangen
naar deze pleintjes onder bladerdaken
waar nog altijd iets als uit een ander leven
in verborgen kamers lijkt te wachten
of alleen de donkergroene schaduw ervan