bij een installatie van Marie Claire Gellings
Het geheugen heeft zo zijn vergeten hoeken
Hoge vensters, blauwe banen maanlicht
Zonder maan, hoekige vergetelheid
Verguisde opgetastheden buiten ons
Of binnen, binnen aan ons geestesoog
Onttrokken
Totdat
Onvoorspelbaar ogenblik, kranten
Als nat zand een muur uitdringend
Pagina’s als een verpapte pastaschotel
En daar, ja daar spoelt de installatie aan
Verketterd jutwerk, werktrapje, piano
Strijkplanken, tuinladders, een plant
Zo’n groene hond die niet blaft maar
Broccoli onder de douche, de tijd die
Spoelt en vasthoudt, zichtbaar
Vasthoudt, onzichtbaar spoelt
Gevoelloos tot vergeten dwingt
Tot, ja, tot
Hoekigheid waaruit langzaam gemis
Opkwijnt, uitdragersrouw in no nonsens
Dode maan, memories abandoned (in New
York moeten ze het ook begrijpen)
Dondert niet of daar de polsklop klinkt
Van die piano of het snurken van een opklapbed
hout hout hout
het kussen op de ombouw onder
de okselfrisse broccoli zwijgt boekdelen
zwijgt even bescheiden als zijn gevallen zusjes
zwijgt een zachte schaduw
en wij?
Wij zijn vandaag een vlakverdeling
Met hartkamers botsend rondom
Een rommelige kern, wij vergeten
En verlaten niets, eeuwig trouw aan
Onze amnesie, aan de spullen die
Onze woorden steeds vervangen
Voorgoed vervangen
Totdat het totdatte
Ook hen vervangt
Voorgoed voorlopig
Zoals alles en het alles
Omarmende niets
Waterlijn langs land
Vloedlijn langs water
Op deze platte aarde
Binnen de muren
Van deze ruimte
Met hoge ramen
voor het gemak maar
wereld genoemd
Paul Gellings, 13 mei 2016