Masterclass ‘Show don’t tell’ , Hogeschool Windesheim, 060612
Docenten: Gertjan Aalders, Paul Gellings
Begonnen met voordracht van een hoofdstuk uit Verbrande schepen; daarna discussie over stijl en stijlkeuzes – aankomende journalistes en journalistes bleken zeer goed onderlegd te zijn! Vervolgens interactieve opdracht: het stileren van een kleurloze beginzin. De meesterstukjes van Trea, Jan en Jeroen werden bekroond met een exemplaar van De zomer van Icarus .
Beginzin: Gisteravond was ik laat nog in de stad. De sfeer en het weer waren niet goed.
Dieneke: Gezelligheid ten top gisteravond. De sfeer was goed, bier in overvloed, het is erg laat geworden.
Angenieta: Het regent. Achter mij hoor ik geschreeuw. Ik zie niemand. Achter mij alleen donkere en verlaten straten.
Alette: Het is laat. De stad voelt koud en kil aan. Een lange schaduw valt op de grond.
Jan Jaap: Achteromkijkend liep ik zo snel mogelijk van flikkerende lantarens naar droge portieken.
Melanie: Het is donker. De straten in de stad zijn leeg. Het regent pijpenstelen en ik wil naar huis.
Trea: Ik hoor slechts mijn eigen voetstappen echoën door de straat. Onzichtbare ogen volgen mij vanuit het natte struikgewas.
Jan: De motdruppels verdunnen de rode smaak van ijzer. De tweede klap zag ik komen, als laatste.
Gabriella: De laatste bus was al weg. Molotovcocktails knalden langs mijn oren. 2-0 had Nederland verloren.
Hilke: Verloren sjokte ik vannacht door de stad. Volkomen mistig in die grimmige steegjes daar.
Jessie: Dikke druppels vallen onaangenaam op mijn gezicht. Schichtig kijk ik in de duistere straten om mij heen.
Sigrid: Als een zwerfhond dwaal ik door de nacht. Storm en onheil hangen naderend in de lucht.
Anne: In het schemerlicht sloegen de kerkklokken elf keer. Doordrenkt door de vallende zware regen ging ik naar huis.
Matthijs: Doordrenkt door regen in de donkere stad had ik het gevoel mijn laatste wandeling te maken.
Jeroen: Wakker wordend ruik ik het direct: zwartgebakken frites, het brengt die fatale avond terug.
Mireille: Het plensde gisteravond. Vanonder mijn paraplu hoorde ik ze roddelen over mijn te grote rode regenjas.
Dennis: De klok slaat. Twaalf korte tikjes lijken zich als lange halen over de kille nacht te verspreiden.
André: De stad is dicht en alleen voor mij nog open. Natte bladeren waaien aan mijn even natte broekspijpen voorbij.
Chris: Ik ben de laatste op straat vandaag. Ik voel me koud, moe en gebroken.
Ilona: De uitsmijter duwt me hard in mijn rug. Buiten is de lucht koud en zwart. Met mijn ogen dicht schuifel ik weg.
Stefan: Gesloopt slenter ik het stadion van Charkov uit. Duizenden verzopen oranjefans in mineur naar huis.
Elin: Troosteloze regen. Een prima weergave van de gezelligheid gisteravond. Het was te laat.