‘Eigenlijk ben ik er nooit weggegaan.’ Zo luidt de slotzin van Zuidelijke Wandelweg, het eerste deel van de herinneringen van Paul Gellings aan het Amsterdam-Zuid van zijn jeugd (deel II = De zomer van Icarus). Zijn binding met de buurt bleek onverwoestbaarder dan ooit op 29 mei jl. toen hij na de begrafenis van zijn geliefde buurvrouw Käthi Rottenberg een kijkje ging nemen bij zijn oude voordeur in de Stichtstraat; een plaquette was niet veelzeggender geweest…
STICHTSTRAAT
Hoorbaar de stilte
wanneer je stappen
overgaan in regels.
Als grind dat ruist
in deze huizenhoge
zee van tegels.
Als kinderstemmen
verwaaid in de tuin
om je geboortehuis.
Of muziek verstomd
hoog op balkons
aan vestingmuren
flat genaamd.
Of als het landje
waar je speelde:
voorgoed bekleed
met steen. Waar nu
alleen nog tegels
overgaan in regels.
(PG, 1994)
Uit Antiek Fluweel
Dat is het huis waar ik in 1960 Pauls verjaardag vierde. Heel leuk!
de geest van zeker 3 P Gellingsen waart er nog rond 🙂
Dat is bijzonder!
Tot morgen.